, [], Whether the goodness of the will depends on its conformity to the Divine will?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat [41]dezen drinkbeker van Mij [42]voorbijgaan! doch niet, [43]gelijk Ik wil, maar gelijk Gij [wilt]. 41. Dat is, dit bitter lijden. Zie hfdst.20 vs.22. 42. Of, weggaan. 43. Namelijk naar de genegenheid, die de menselijke natuur is ingeschapen, om zijn eigen verderf te ontvlieden, welke Ik nochtans uwen wil in alles onderwerp. En is daarom deze genegenheid van Christus zonder zonde geweest.